Blog

Coronalert is beschikbaar voor alle Belgen: wat kunnen we leren uit de lancering van corona-apps in andere Europese landen?

29.09.2020

Vanaf vandaag wordt de Belgische corona-app, Coronalert, breed uitgerold. De meerwaarde van de app hangt in grote mate af van het aantal Belgen dat bereid zal zijn de app te installeren. Wat kunnen we leren uit de lancering van gelijkaardige apps in andere Europese landen en regio’s? Hoeveel personen hebben elders de app geïnstalleerd, en welke factoren spelen daarbij? Een overzicht, en enkele conclusies voor de Belgische corona-app.

(Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay)

De tabel hieronder geeft een overzicht van de penetratiegraad van de corona-app in verschillende landen. Meteen een nuancering hierbij: het is niet evident om up-to-date cijfers over het aantal downloads van de verschillende corona-apps te vinden. Op Duitsland en Zwitserland na, houden landen geen officieel beschikbare cijfers bij over het aantal downloads op dagelijkse basis. De cijfers in de tabel zijn vrijgegeven kort nadat apps beschikbaar waren, waardoor we enkel een zicht op de initiële adoptiegraad krijgen. Er is geen informatie beschikbaar over de evolutie van het aantal downloads, het aantal mensen die de app gebruiken of ondertussen weer verwijderd hebben.

Land Naam Technologie #Downloads Penetratie
Duitsland Corona-warn-app ENS 18,4 miljoen 22%
Frankrijk StopCovid ROBERT 2,4 miljoen 3,5%
Italië Immuni ENS 4,3 miljoen 12%
Ierland COVIDTracker ENS 1,3 miljoen+ 26%
Nederland CoronaMelder ENS N.V.T. N.V.T.
Noorwegen Smittestopp Centraal+GPS 0* 27%
Eng. & Wales NHSCOVID-19 ENS 10 miljoen+ 17%
N-Ierland StopCOVID NI ENS 370.000+ 20%
Schotland ProtectScotland ENS 1 miljoen+ 18%
Zwitserland SwissCovid ENS 1,6 miljoen** 19%
* Noorwegen heeft de app ingetrokken en bouwt nu aan een app gebaseerd op ENS
** het aantal apps die dagelijks actief zijn (het werkelijke aantal downloads ligt hoger)

Als we kijken naar bovenstaande cijfers, vallen ons twee zaken op:

1. ENS is populairder, zowel bij de appbouwers als bij de gebruikers.

Als we kijken naar de gebruikte technologie van de apps, zien we dat het merendeel gebruik maakt van ENS. Zoals beschreven in een vorig artikel is ENS gebaseerd op het DP-3T protocol. Dit protocol wordt gezien als de meest privacyvriendelijke en veilige implementatie van (digitale) contact-tracing. Bij apps die geen ENS gebruiken zien we twee uitersten: de app van Noorwegen heeft een penetratiegraad van 27%, de tweede hoogste in het lijstje, terwijl de Franse app duidelijk achterop hinkt met 3,5%.

  • Hoewel de Noorse app initieel een succes was, heeft Noorwegen de app ingetrokken nadat privacy en security-experten aan de alarmbel trokken over het gebruik van een gecentraliseerd systeem en GPS-technologie. Noorwegen bouwt nu een nieuwe app gebaseerd op ENS.
  • Frankrijk blijft ondanks soortgelijke kritiek vasthouden aan het ROBERT-protocol, waar hun Corona-app ‘StopCovid’ op gebaseerd is. Om critici en burgers gerust te stellen beloofde de overheid zo weinig mogelijk data te verzamelen en werd een ‘bug bounty’ programma gelanceerd in samenwerking met ‘YesWeHack’, om eventuele gaten in de beveiliging op te sporen en te dichten. Deze maatregelen hebben niet het gewenste effect gehad aangezien 700.000 mensen de app ondertussen verwijderd hebben. Een recent gepubliceerd rapport door CCL geeft als mogelijke verklaring voor het lage download-cijfer dat de overheid te weinig over de app gecommuniceerd heeft en zet vraagtekens bij de consistentie van het gevoerde beleid. Zo werd de broncode van de app lange tijd achter gesloten deuren gehouden, ondanks de belofte van de overheid dat de broncode vrij beschikbaar zou zijn voor eventuele doorlichting door openbare partijen zoals privacy-waakhonden.
  • Deze cijfers en aanpak staan in schril contrast met de lancering van de ‘Corona-warn-app’ in Duitsland die 3 dagen na de lancering de kaap van 10 miljoen downloads had overschreden en volgens de laatste berichtgeving intussen meer dan 18 miljoen gebruikers heeft. Er zijn meerdere verklaringen voor dit relatief succes. Zoals aangehaald in het artikel rond de reconstructie van de technologie achter de Corona-app, was Duitsland een voortrekker bij de uitwerking en implementatie van het DP-3T protocol, gebaseerd op bluetooth en een gedecentraliseerd systeem. Doordat de ontwikkeling van dit protocol open-source gebeurde konden de ontwikkelaars rekenen op hulp van experten uit verschillende hoeken om de privacy en de veiligheid te garanderen. Gelijktijdig gaf dit privacy-waakhonden de mogelijkheid om de ontwikkelingen en code van het protocol door te lichten. Ook de ontwikkeling van de ‘corona-warn-app’ zelf gebeurde open-source.
  • Ook Zwitserland kiest voor transparantie over de hele lijn omtrent hun corona-app. Net als Duitsland gebeurde de volledige ontwikkeling van de app open-source en stellen ook zij een website ter beschikking waar gedetailleerde cijfers beschikbaar zijn over hun app. Hier zien we dat het totaal aantal downloads van de app meer dan 2,4 miljoen bedraagt, een cijfer dat een stuk hoger ligt dan het gerapporteerde aantal geactiveerde apps (1,64 miljoen). Het totaal aantal downloads stijgt doorheen de weken/maanden, terwijl het aantal geactiveerde apps relatief gelijk blijft. Dit wil zeggen dat momenteel het aantal personen die de app downloaden en het aantal personen die de app verwijderen of deactiveren ongeveer gelijk is.
  • Ierland heeft met een penetratiegraad van 34% met voorsprong de meest succesvolle corona-app in Europa. Dit succes is vermoedelijk deels toe te schrijven aan de duidelijke communicatie die de Ierse overheid voerde rond de ontwikkeling van de app. De ontwikkeling gebeurde open-source, met interoperabiliteit in gedachten. Door deze interoperabiliteit kon Noord-Ierland de ontwikkeling van hun eigen app baseren op de broncode van de Ierse app, zodat beide regio’s dezelfde server kunnen gebruiken voor de uitwisseling van bluetooth-codes van personen die besmet waren. Dit maakt van de Ierse corona-app de eerste app wereldwijd die over de landsgrenzen heen werkt.
  • Ook Schotland volgde het voorbeeld van Ierland en Noord-Ierland en gebruikte dezelfde broncode voor de ontwikkeling van hun app. Aangezien de Noord-Ierse en Schotse app nog niet lang beschikbaar zijn kan je spreken van een relatief succes van beide apps.
  • Engeland investeerde een beduidend bedrag in de ontwikkeling een protocol/app die evenwel niet naar behoren werkte. Daarom heeft Engeland recent zijn koers gewijzigd en heeft het geopteerd voor het ontwikkelen van een corona-app op basis van ENS. De Engelse app, die beschikbaar is voor de bevolking van Engeland en Wales, is enkele dagen geleden met succes gelanceerd. In de eerste 3 dagen waren er meer dan 10 miljoen downloads.
  • Hoewel de corona-app in Italië al relatief ruime tijd beschikbaar is, zijn de cijfers laag. Dit is mogelijks te verklaren doordat er een aanhoudend gebrek is aan transparantie over de precieze werking van de app. Ook uitspraken van prominente figuren, uit zowel overheidsinstellingen als onder vooraanstaande experten en virologen, dat het digitaal traceren van contacten via de app de absolute prioriteit heeft boven privacy- en mensenrechtenkwesties, heeft geen positieve invloed gehad op het vertrouwen van de bevolking in de overheid en bijgevolg de corona-app.
  • Nederland maakte voor zijn ‘Coronamelder’-app ook gebruik van ENS. De app is technisch gezien klaar en een testversie is sinds half augustus al te downloaden in vijf regio’s, wat volgens verschillende berichten een relatief succes was. Een landelijke lancering is al enkele keren uitgesteld doordat de wet die het gebruik van de app regelt nog in de Nederlandse Eerste Kamer ligt. Verwacht wordt dat rond 6 oktober de Eerste Kamer deze wet kan stemmen en niet lang erna de Nederlandse corona-app landelijk beschikbaar wordt gesteld.

2. De meeste apps hebben een penetratiegraad van slechts 10-20%.

Op het eerste zicht zijn de penetratiecijfers van de reeds beschikbare apps niet erg hoog maar dit is geen reden om de apps af te schrijven. Een recente studie van de Universiteit van Oxford i.s.m. Google Research stelt dat (vrij vertaald) “een adoptiegraad van 15% het aantal infecties en sterfgevallen met ongeveer 8% en 6% kan verminderen, hetgeen een effectieve aanvulling vormt op traditionele contactopsporing”.

Het vaak aangehaalde cijfer dat minstens 60% van de bevolking de app moet gebruiken om een effect te hebben, is foutief. Het cijfer is een foute interpretatie van een eerdere studie van de Universiteit van Oxford. De auteurs van de studie stellen namelijk (vrij vertaald): “Onze modellen laten zien dat we de epidemie kunnen stoppen als ongeveer 60% van de bevolking de app gebruikt. Zelfs met een kleiner aantal app-gebruikers schatten we nog steeds een afname van het aantal besmettingen en sterfte door coronavirus."

Ook is het belangrijk ons niet blind te staren op deze cijfers. Bij de berekening van de penetratiegraad wordt het aantal downloads gedeeld door het totaal aantal inwoners van het land. Dit kan op twee manier aanleiding geven tot misleiding.

  • Ten eerste is het aantal downloads geen waterdichte indicator van het aantal mensen dat de app (correct) activeert en gebruikt. Zoals aangehaald in het voorbeeld van Frankrijk zijn er namelijk mensen die de app verwijderen. Cijfers over de activatie en het effectieve gebruik van de apps gebaseerd op ENS zijn praktisch onmogelijk te verkrijgen vanwege de privacy-implementaties.
  • Verder geeft de berekeningswijze van de penetratiegraad ook een vertekend beeld, aangezien zo ook kinderen (die geen doelgroep zijn) en mensen zonder compatibele smartphone worden meegeteld.

Wat leert de lancering van de app in andere landen ons?

Discussies over de corona-app hebben vaak een sterke technische en juridische insteek, die voor heel wat burgers moeilijk te volgen is. Maar ook al kent niet iedereen de technische details van het ENS-protocol of heeft iedereen evenveel begrip van gegevensbescherming, toch kan het oordeel hierover van experten en middenveldorganisaties zwaar doorwegen in de publieke beslissing de corona-app al dan niet te gebruiken.

België heeft er hoogstwaarschijnlijk goed aan gedaan de privacy-aspecten van de app ernstig te nemen en verschillende experts te betrekken. Door gebruik te maken van het ENS-protocol en verder te bouwen op het Duitse voorbeeld kon de app op een privacyvriendelijke en relatief kostenefficiënte manier worden ontwikkeld. In landen die (initieel) kozen voor een andere weg (Frankrijk, Italië, Engeland) was de app tot nog toe minder succesvol, mede door het erg negatieve publieke debat dat gepaard ging met de lancering. De Belgische app kreeg alvast een positief oordeel van experts en middenveldorganisaties zoals Test Aankoop, wat het gebruik van de app vermoedelijk in positieve zin zal beïnvloeden.

De exacte impact van de app zal erg moeilijk in te schatten zijn. Cijfers van de penetratiegraad geven immers een vertekend beeld. Toch hoeft niet een bepaalde penetratiegraad worden bereikt om een verschil te maken en is elke extra gebruiker een aanwinst in de bestrijding van de epidemie. De app vormt ook in België een aanvulling op de traditionele contactopsporing, en kan in die zin al zeker niet voor een achteruitgang zorgen. De interpretatie van de gebruikscijfers en de gevolgtrekkingen voor het vermoedelijke effect moet dus erg omzichtig gebeuren. Onterechte negatieve conclusies kunnen hier het gebruik van de app onnodig ontmoedigen. In de communicatie over deze cijfers kan de overheid best hierop anticiperen.

Voor meer informatie over de app, surf naar www.coronalert.be.