Event

Verslag Data-Date #3: Wat als ... er toch een app komt om corona in te dijken?

18.06.2020

Wat is de maatschappelijke impact van een contact-tracing-app in Vlaanderen? Samen met een aantal experts én het publiek gingen we op 16 juni 2020 in onze derde 'Data-Date' op zoek naar antwoorden.

De 'Data-Date' is een concept van het Kenniscentrum waarbij externe sprekers uitnodigen om bij te dragen aan het debat rond Artificiële Intelligentie (AI). Schoven voor het debat over de corona-app mee aan tafel: Bart Preneel (hoofd KU Leuven COSIC - voorzitter inter-federale werkgroep over corona-tracing-apps), Jef Hooyberghs (Head of Strategic Research, Sustainable Health Unit, VITO), Koen Repriels (economisch adviseur ACV), Danielle Jacobs (CEO BELTUG) en Ilse Mariën (senior researcher imec-SMIT, VUB).

Bekijk het volledige panelgesprek op ons YouTube-kanaal of onderaan deze pagina.

Bart Preneel (hoofd KU Leuven COSIC - voorzitter van de interfederale werkgroep over corona-tracing-apps) gaf meer informatie over de contact-tracing-app die er zal aankomen in België. Deze app zal bewust geen gebruik maken van locatiegegevens om de anonimiteit van de gebruiker te bewaren, de app zal wel gebruik maken van Bluetooth. De contact-tracing-app zal zo weinig mogelijk data verzamelen als nodig is (dataminimalisatie) en daarenboven zal de app ook kunnen werken in het buitenland.

Jef Hooyberghs (Head of Strategic Research, Sustainable Health Unit, VITO) riep op om de burger mee te betrekken in digitaliseringsprocessen (zoals een contact-tracing-app) en hen controle over de eigen data te laten behouden. Op die manier kan volgens hem persoonlijke data hergebruikt worden zonder het vertrouwen van de burger te beschadigen, de burger beslist namelijk zelf welke data hij/zij wil vrijgeven over zichzelf.

Koen Repriels (economisch adviseur ACV) dringt aan op een duidelijk kader voor het gebruik van contact-tracing-apps op de werkvloer. Dit kader moet worden opgesteld in overleg en samenwerking met de preventiediensten van bedrijven en de vakbonden. Het moet duidelijke richtlijnen bevatten voor zowel de werkgevers als de werknemers over het verzamelen van de data, de toegang tot de data, en meer.

Danielle Jacobs (CEO BELTUG) sluit zich aan bij de vraag van Koen Repriels voor een duidelijk kader omtrent het gebruik van contact-tracing-apps en wearables op de werkvloer. Ook moet er een kader zijn over samenwerking en uitwisseling tussen bedrijven, aangezien zij gebruik zullen maken van dezelfde contact-tracing-apps en wearables.

Ilse Mariën (senior researcher imec-SMIT, VUB) pleit voor aandacht voor kwetsbare doelgroepen in het contact-tracing-app verhaal. Dat kan door onder in te zetten op klare taal, bedachtzame communicatie, en samenwerkingen met spelers zoals het Netwerk tegen armoede.

Benieuwd naar de presentatie van Bart Preneel (hoofd KU Leuven COSIC - voorzitter interfederale werkgroep over corona-tracing-apps)? Download onderaan de presentatie.

Wat we onthouden uit het panelgesprek:

  • Een contact-tracing-app alleen heeft weinig nut als er niet ook voldoende wordt getest. Daarnaast zal niet iedereen gebruik maken van een contact-tracing-app, waardoor de fysieke contactopsporing (per telefoon) noodzakelijk blijft.
  • Bij de ontwikkeling van een contact-tracing-app moet in de ontwerpfase worden nagedacht over de mogelijke invasieve gevolgen op de privacy van de gebruikers (privacy by design).
  • Er zijn twee mogelijke contact-tracing-apps. Bij een centrale oplossing blijven de touwtjes sterker in handen van de overheid blijven, maar is het risico op een function creep groter. Bij een decentrale oplossing hangt het succes van het systeem meer af van het gedrag en het gezond verstand van de gebruikers, zo'n systeem is vatbaarder is voor meer kleinschalige aanvallen. Beide oplossingen hebben voor- en nadelen, in België is gekozen voor een decentrale oplossing.
  • Een contact-tracing-app of wearable is nooit volledig waterdicht, gevaar voor hacking of misbruik kan steeds. Maar de afgelopen periode werd er veel geïnvesteerd in software-veiligheid van dergelijke contact-tracing-apps en werden veel testen uitgevoerd om het systeem veiliger te maken. De mogelijke aanvallen of misbruiken van de Belgische contact-tracing-app werden grondig onderzocht en gedocumenteerd.
  • Het ideale recept voor een contact-tracing-app is een combinatie van meerdere elementen zoals open source-oplossingen, dataminimalisatie, transparantie (o.a. publiek maken van documentatie), consultatie en overleg (met o.a. burgers, bedrijven, onderzoek) en een duidelijk aangepast juridisch kader.
  • Dergelijk aangepast juridisch kader omvat duidelijke richtlijnen omtrent de verzameling en de toegang tot de data. De algemene richtlijnen van de AVG (GDPR) zijn een goed vertrekpunt, maat specifieke richtlijnen voor het gebruik van contact-tracing-apps en wearables zijn noodzakelijk.
  • Samenwerking tussen bedrijven omtrent het gebruik van een contact-tracing-app of wearable kan ervoor zorgen dat niet steeds opnieuw het warm water wordt uitgevonden. Het documenteren van wat er met gegevens gebeurt en welke vragen werden gesteld aan de leveranciers van dergelijke apps of wearables kunnen uitgewisseld worden zodat niet ieder bedrijf van nul af aan een protocol hoeft op te bouwen.
  • Een contact-tracing-app en wearables zijn digitale oplossingen om het coronavirus in te dijken. Het betrekken van minder digitaal vaardige burgers is noodzakelijk voor het succes van deze opsporingsmanier. Naast transparantie, heldere communicatie en samenwerkingen met organisaties zoals het Netwerk tegen armoede, kan een alternatief toestel voor contactopsporing (zodat een smartphone niet nodig is) een oplossing bieden.

Conclusie

Het panelgesprek gaf duidelijk aan dat het gebruik van een contact-tracing-app en wearables in België een mooie aanvulling is op de bestaande fysieke contactopsporing (per telefoon) en de testen op covid-19 die worden uitgevoerd. Het type contact-tracing-app (centraal of decentraal), net zoals de keuzes die worden gemaakt in de ontwerpfase, bepalen sterk hoe invasief dergelijke app is voor de privacy van de gebruikers. Een duidelijke omkadering met specifieke richtlijnen is noodzakelijk om de privacy van gebruikers te beschermen, én dit in overleg met de betrokken stakeholders.