Interview met Pieter-Jan Fieremans (Provincie Oost-Vlaanderen) en Raïssa De Martelaere (UNIZO Oost-Vlaanderen) over de Datawalk in Ronse
Een slimme stad, dat is een stad die gebruik maakt van de mogelijkheden die datagedreven toepassingen bieden aan alle inwoners en bezoekers van die stad. Maar wat merk je daar nu van als je gewoon in de stad wandelt? Je ziet de datastromen nu eenmaal niet door straten vloeien. Of vind je toch fysieke sporen van de slimme stad als iemand je erop wijst? Dat is precies wat het Kenniscentrum Data & Maatschappij doet tijdens een ‘Datawalk’. We wijzen deelnemers op ‘databronnen’ in de stad en hoe die data worden benut bij ‘slimme’ diensten voor burgers en bezoekers.
De Provincie Oost-Vlaanderen en UNIZO Oost-Vlaanderen contacteerden het Kenniscentrum Data & Maatschappij om een Datawalk te geven voor lokale zaakvoerders en bestuurders in Ronse. Bedoeling was te weten te komen wat zij denken van de slimme stad: hoe kan die hen helpen bij hun handelsactiviteiten? We spraken met Pieter-Jan Fieremans (Provincie Oost-Vlaanderen) en Raïssa De Martelaere (UNIZO Oost-Vlaanderen) over de Datawalk in Ronse en hun bedoelingen met de aanpak.
Dag Pieter-Jan en Raïssa, wat was eigenlijk de aanleiding om een Datawalk te organiseren in Ronse?
Pieter-Jan: “Provincie Oost-Vlaanderen heeft momenteel samen met UNIZO Oost-Vlaanderen een project lopen waarin we samen met lokale besturen en ondernemers op zoek gaan naar ‘de handelskern van de toekomst’. Dat EFRO-project draagt de naam ‘Lokaal 3D: data, denken en doen’ omdat we willen verkennen welke baat ondernemers kunnen hebben door inzichten te krijgen in informatie over shoppers in hun stad of gemeente. Van waar komen ze? Hoe ziet hun bestedingspatroon eruit? Hoe verplaatsen ze zich in de stad en hoelang blijven ze? Dat soort data kan ondernemers misschien wel erg helpen.”
Raïssa: “Om de handelskern future proof te maken, hebben we de input van de ondernemers zelf nodig. Hoe kijken zij naar die data? Hoe wensen ze die te gebruiken? We willen dat ze kunnen bijdragen aan de handelskern van de toekomst, maar zowel ondernemers als openbare besturen zijn vandaag nog te weinig vertrouwd met de materie. Bij een slimme stad denken velen aan een futuristische stad propvol technologische snufjes en sensoren, zelfrijdende auto’s, pakjes die drones leveren, … De realiteit is natuurlijk anders. Een Datawalk helpt om het idee van een ‘smart city’ tastbaar te maken. Tijdens de wandeling kom je te weten wat er in de stad al aanwezig is van technologie en de data die daarvoor gebruikt worden. Je krijgt te zien waar en hoe die data worden verzameld, en hoe die worden ingezet. Doordat de deelnemers zich meer bewust worden van de data en technologie, is het een ideale prikkel om verder creatief na te denken over de mogelijkheden ervan.”
Hoe hebben jullie de Datawalk precies ingezet in jullie project?
Raïssa: “We hebben de Datawalk ingezet als voorproevertje, om de deelnemers warm te maken voor het onderwerp. We wilden de drempel voor ondernemers lager maken om over data na te denken en er zelf mee aan de slag te gaan.”
Pieter-Jan: “Na de Datawalk met de ondernemers en de lokale bestuurders, hadden we design sessies gepland. In die cocreatie-oefening konden de deelnemers nadenken over de toepassingen die hen zouden helpen en de data die daarvoor nodig zou zijn. De Datawalk was dus een soort van kickstart van ons designproces.”
Hoe reageerden de deelnemers op de Datawalk?
Raïssa: “De Datawalk bleek een prima intro op de workshop. Als we meteen met de co-creatieoefening waren gestart, was er mogelijk meer begripsverwarring en zouden de deelnemers met meer vragen zitten. Nu konden wemeteen in de workshop duiken en snel tot bruikbare concepten komen.”
Pieter-Jan: “Voor sommige deelnemers was de wandeling echt een eye opener. Ze stonden versteld van de hoeveelheid technologie die al aanwezig was en de data die daarbij te pas komen. Ze leerden als het ware een nieuwe kant van hun centrum kennen. Tijdens de co-creatieworkshop bleef de wandeling duidelijk hangen en werd er vaak opnieuw naar verwezen.”