OESO- Making Life Richer, Easier and Healthier - Robots, their future and public policy
Volgens de OESO blijft er vandaag nog heel wat potentieel in robotica onbenut. In deze studie wordt ingegaan op de huidige en opkomende toepassingen van robots, de toekomst van de robotica op middellange termijn en de talrijke opties die beleidsmakers hebben om onderzoek en implementatie van robotica te stimuleren.
Deze recente OESO-studie geeft een goed inzicht in het huidig gebruik van robotica, het potentieel ervan om maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en geeft ook aan welke prioriteiten er zijn op vlak van onderzoek (bijlage 1 van de studie). België doet het vandaag op vlak van robotica niet slecht. Het staat samen met Luxemburg op een gedeelde 10de plaats in de Robot Density-rangschikking van de International Federation of Robotics. Het laat daarbij landen als Nederland en het Verenigd Koninkrijk achter zich. Om die positie te behouden, kunnen beleidsmakers van ons land inspiratie opdoen uit de aanbevelingen van de OESO in dit rapport. Overheden kunnen de ontwikkeling en implementatie van maatschappelijk waardevolle robots versnellen en sturen. Daarvoor kan men volgens de OESO verschillende instrumenten inzetten. De instrumenten kunnen opgedeeld worden in acht clusters: 1. Progressie in Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) Overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van robotica is essentieel, en over onderzoeksprioriteiten bestaat volgens het rapport brede overeenstemming in de roboticagemeenschap. Robotica vereist interdisciplinair onderzoek, overheden dienen daarom zoveel mogelijk obstakels in het veld uit de weg te ruimen. Dat kan door zowel een actief aanwervings- en stimuleringsbeleid aan onderzoeksinstellingen aan te moedigen, of de evaluatie van financieringsstelsels die traditionele disciplines bevoordelen. Ook publiek-private samenwerkingen en het oprichten van testinfrastructuur moeten volgens de OESO actief ondersteund worden. Het versnellen van de implementatie van robotica Het rapport geeft aan dat er veel opportuniteiten zijn voor robotgebruik bij KMO’s. Het is belangrijk deze bedrijven te helpen het rendement van investeringen in robots te begrijpen. In landen zoals Duitsland, Zuid-Korea of Singapore zijn er in het recente verleden actieve overheidsprogramma’s opgezet die met succes hebben geleid tot de implementatie van robotica bij KMO’s. Steunmaatregelen zoals belastingsvoordelen of investeringsstimuli zijn voorbeelden van te voeren beleid. Robots kunnen ook nieuwe vragen doen rijzen in verband met de individuele privacy. Zo moet bijvoorbeeld worden nagegaan of de bestaande privacyregelgeving adequaat is indien robots bijvoorbeeld in een zorginstelling of huiselijke omgeving worden gebruikt. Onderwijs en opleiding De OESO pleit in het rapport om robotica mee op te nemen in het onderwijscurriculum. Overheden kunnen daarvoor inspiratie opdoen van reeds ontwikkelde leerplannen in enkele landen. In China werkt men bijvoorbeeld al aan lessenpakketten voor de lagere school. In Europa ontwierp het Edumotiva Lab tijdens de lockdown in Griekenland lespakketten voor kinderen om thuis een robot te programmeren. Ook relevant zijn hervormingen van het onderwijs om meer studenten te interesseren voor STEM-richtingen en hen te helpen zich te ontplooien. Standaarden Overheden kunnen de deelname van KMO’s aan standaardiseringsprocessen vergemakkelijken en helpen hun standpunten onder de aandacht te brengen van organisaties die zich met standaardisering bezighouden. Vooruitgang in robotica kan ook verbeterd worden door open-source platformen die gericht zijn op de interoperabiliteit van robotsystemen. Databeleid Overheden kunnen de ontwikkeling van voor de robotica nuttige data helpen financieren, het delen van gegevens vergemakkelijken en open gegevens in de (robotica-gerelateerde) wetenschap ondersteunen. Dit zou bijzonder nuttig zijn voor nichetoepassingen waar datasets voor het trainen van robotsystemen anders (te) klein zijn. Beleid kan ook het delen van gegevens en open data in (robotica-gerelateerde) wetenschap faciliteren. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) hebben recent een gelijkaardige oproep gelanceerd. Beleidsmakers moeten daarnaast ook onderzoeken of databeleid kosten met zich meebrengt voor robotontwikkeling en innovatie. Digitale Connectiviteit Ons land heeft nog veel werk voor de boeg op vlak van 5G-infrastructuur. De OESO benadrukt in dit rapport ook het belang hiervan voor robotica. Het doet dit aan de hand van het voorbeeld van robot leasing, een concept dat erg interessant kan zijn voor het KMO-segment van de economie. Voor dat concept is echter een goede 5G- en cloudinfrastructuur nodig (ook bij kleinere ondernemingen). De OESO adviseert daarom om op korte termijn fundamentele stappen te ondernemen in de ontwikkeling van deze infrastructuur. Regulering De OESO houdt ook een duidelijk pleidooi om te investeren in regualtory sandboxes voor robotica, zeker in regelgevingsintensieve gebieden zoals gezondheidszorg. Deze sandboxes helpen de overheid en het bedrijfsleven een beter zicht te krijgen in de implicaties van nieuwe technologieën. Het concept bevindt zich nog in een pril stadium, met voornamelijk concrete case studies in fintech. Op vlak van robotica wijst de OESO naar Singapore als een voorloper op dit vlak. |