policy monitor

The Netherlands - Report "Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie"

The "Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid" (WRR) published its report on AI on 11 November 2021. The WRR informs and advises the Dutch government and parliament in relation to important societal matters. The main message of the report is that AI is a systemic technology, which will fundamentally change society. Therefore, it requires an integrated approach that breaks down into five challenges: demystification, contextualisation, engagement, regulation and positioning.

Wat: Studie

Impactscore: 4 - studie

Voor wie: Beleidsmakers

URL: https://www.wrr.nl/publicaties...

Key takeaways voor Vlaanderen:


De WWR beschouwt AI als een systeemtechnologie. Met het woord ‘systeem’ doelen ze zowel op de “diverse set aan technologieën waaruit AI bestaat en waarmee zij verbonden is, als op het systemische effect dat ze op de samenleving heeft.” Een dergelijke technologie is alomtegenwoordig en wordt nog voortdurend ontwikkeld, heeft een langdurige invloed, maar heeft ook niet te voorziene effecten. De WWR pleit voor een integrale aanpak, met aandacht voor vijf opgaven voor overheid en samenleving:

  1. demystificatie van wat AI is en kan;
  2. contextualisering van de ontwikkeling en toepassing van AI;
  3. engagement van verschillende partijen;
  4. regulering van technologie en data, het gebruik ervan en maatschappelijke implicaties; en
  5. positionering ten opzichte van andere landen en internationale organisaties.

1. Demystificatie: van beeld naar begrip

Volgens de WRR is het belangrijk om een realistisch beeld te schetsen van wat AI kan en niet en wat voor effecten ze heeft. De WRR ziet daarbij een rol voor de overheid op twee vlakken. Om de transitie te ondersteunen moet de overheid als eerste leren over AI-technologie en het tot integraal onderdeel van haar functioneren maken. Dit betekent meer nadruk op het aantrekken van talent en de scholing van personeel.

Aanbeveling 1
Maak leren over AI en de toepassing daarvan tot een expliciet doel bij het handelen door de overheid.

Daarnaast heeft de bredere samenleving behoefte aan een realistischer begrip van AI. Daarom zou de overheid meer openheid moeten geven over het eigen gebruik van AI en wel door initiatieven met algoritme-registers op te zetten en verder uit te bouwen.

Aanbeveling 2
Stimuleer als overheid de ontwikkeling van AI-wijsheid bij het brede publiek, te beginnen met het opzetten van algoritme-registers.

2. Contextualisering: van techniek naar toepassing

Bij contextualisering gaat het over de toepassing van AI en over de vraag: hoe gaat het werken? Het impliceert aandacht voor de verbinding van AI met het bredere technische ecosysteem. AI staat immers niet op zichzelf, maar is ingebed in verschillende andere technologieën zoals telecommunicatienetwerken en chips. Daarom moet niet alleen de techniek zelf maar ook de toepassing ervan centraal gesteld worden in het beleid.

Voor de overheid is het onmogelijk om alle AI-domeinen te bevatten, waardoor belangrijke sectoren uit de boot kunnen vallen. De overheid moet daarom inzetten op de ontwikkeling van een Nederlandse ‘AI-identiteit’ die uit de domeinen bestaat waarop Nederland AI wil ontwikkelen en inzetten.

Aanbeveling 3
Kies expliciet voor een Nederlandse AI-identiteit en onderzoek waar in de betreffende domeinen aanpassingen aan de technische omgeving nodig zijn.

Er moet eveneens ingezet worden op de interactie tussen mens en machine. Op dit gebied is certificering op het niveau van een product of organisatie noodzakelijk, maar ook op het niveau van het individu. Het is belangrijk om hiervoor een stelsel van opleiding en certificering te ontwikkelen.

Aanbeveling 4
Versterk de vaardigheden en het kritische vermogen van individuen die met AI-systemen werken en ontwikkel daarvoor een stelsel van opleiding en certificering.

3. Engagement: van monoloog naar dialoog

Dit handelt over de maatschappelijke omgeving van AI en de vraag: wie moet er betrokken zijn? De WWR ziet op dit moment vooral een groep technische specialisten die de vraagstukken rond AI bespreekt (monoloog), maar andere partijen en organisaties zijn moeten in het discours betrokken worden (dialoog), zoals burgers en partijen in het middenveld.

Om hieraan te kunnen deelnemen, dienen deze organisaties ook over de nodige capaciteiten te beschikken. Bij eerdere systeemtechnologieën was de specifieke kennis van deze organisaties onmisbaar bij de inbedding ervan, maar op dit moment ontbreekt hun stem in veel AI-discussies. De WRR beveelt daarom aan dat de overheid ze ondersteunt via subsidies en door trainingen en samenwerkingsverbanden te faciliteren.

Aanbeveling 5
Versterk de capaciteit van maatschappelijke organisaties om hun werk te verbreden naar het digitale domein, in het bijzonder met betrekking tot AI.

Eveneens belangrijk is een goede terugkoppeling tussen praktijk en theorie omdat het cruciaal is voor het goed functioneren van AI-systemen en het beschermen van publieke waarden. Hierbij dient een dubbele afstand overbrugd te worden, namelijk eerst tussen ontwikkelaars en gebruikers van AI-systemen, vervolgens met de personen die de effecten van het systeem zullen ondervinden.

Aanbeveling 6
Draag zorg voor een goede terugkoppeling tussen de ontwikkelaar van AI, de gebruiker ervan en de personen die er in de praktijk de consequenties van ondervinden.

4. Regulering: van reactie naar regie

Op dit moment richt het debat rond regulering zich vooral op vragen over de relevantie van bestaande kaders en de noodzaak van nieuwe regulerende initiatieven. Maar naarmate AI meer ingebed raakt in de samenleving, zullen andere vragen aan bod komen die verband houden met de bredere, impliciete effecten van AI op de samenleving. De WRR raadt de overheid aan zich hierop voor te bereiden en waarschuwt dat de wetgever geen afwachtende houding mag aannemen want daarvoor zijn de (publieke) belangen die op het spel staan te groot. Ze raadt de wetgever aan om op korte termijn een actieve rol op te nemen, ontwikkelingen veel meer vanuit een integraal perspectief te bekijken en tijdig via regulering te sturen op de bredere economische en maatschappelijke context waarbinnen AI tot wasdom komt.

Aanbeveling 7
Koppel de regulering van AI aan een discussie over de inrichting van de digitale leefomgeving en stel een brede wetgevingsagenda op.

Cruciaal is dat de wetgever zich ook richt op de regulering van de maatschappelijke dynamiek van AI, bijvoorbeeld de toename van surveillance en dataverzameling in de samenleving. De WRR waarschuwt dat de wetgever greep op de ontwikkelingen zal moeten blijven houden, anders is er het verlies van vermogen om de ontwikkelingen tijdig te kunnen bijsturen. Investeringen in onderzoek en signalering zijn noodzakelijk, maar de overheid zal ook concrete stappen moeten durven zetten.

Aanbeveling 8
Stuur via wetgeving actief de ontwikkelingen rondom surveillance en dataverzameling, de scheve verhouding tussen publiek en privaat in het digitale domein en machtsconcentratie.

5. Positionering: van natie naar netwerk

Op dit moment wordt er gesproken van een ‘AI-race’ met de VS en China. Vele andere landen hebben AI-strategieën ontwikkeld om aan die race mee te doen. De WRR stelt dat als Nederland zich onvoldoende positioneert op het gebied van AI, het kansen zal missen om met AI het verdienvermogen van het land te versterken en zal het onvoldoende voorbereid zijn op de nieuwe veiligheidsrisico’s die met AI gemoeid zijn.

De WRR bepleit dat Nederland zich daarom moet focussen op een netwerk en niet op de natie. Internationale samenwerking kan plaatsvinden op verschillende gebieden, waaronder fundamenteel onderzoek, het opzetten van nieuwe diensten, coördinatie rondom bedrijven en wet- en regelgeving.

Aanbeveling 9
Versterk het Nederlandse verdienvermogen met een ‘ai-diplomatie’ die gericht is op internationale samenwerkingsverbanden, in het bijzonder binnen de EU.

Veiligheid is in dit kader niet alleen een zaak is van externe dreigingen aan de landsgrenzen, maar hangt ook samen met technologieën die burgers in hun dagelijkse leven gebruiken. Socialemediaplatformen, sensoren in de infrastructuur, besturingssystemen en communicatiesystemen en andere ‘vernetwerkte’ domeinen zijn allemaal potentiële kwetsbaarheden. Nederland zal in kaart moeten brengen op welke middelen buitenlandse mogendheden inzetten en hoe dat het democratische bestel onder druk kan zetten. Een snelle eerste stap die Nederland op dit gebied kan zetten, is aandacht hiervoor in het jaarlijkse cybersecuritybeeld.

Aanbeveling 10
Weet je als land ook in het AI-tijdperk te verdedigen; versterk daarom de Nederlandse capaciteiten tegen de groeiende ‘informatieoorlog’ en de export van digitale dictatuur.

Om de inbedding van AI in de samenleving te ondersteunen en de vijf bovenstaande opgaven aan te pakken, adviseert de WRR ten slotte voor de opbouw van een beleidsinfrastructuur. Op dit moment is het nog te vroeg om te spreken over een apart ministerie of een specifieke toezichthouder. Maar een eerste stap kan wel zijn om een coördinatiecentrum voor AI op te richten dat aan beleidsdirecties, toezichthouders en uitvoeringsorganisaties een structuur biedt om regelmatig en rond uiteenlopende kwesties met elkaar in contact te treden en van elkaar te leren.

Slotaanbeveling
Bouw een beleidsinfrastructuur voor AI op, te beginnen met een AI-coördinatiecentrum voorzien van politieke verankering middels een ministeriële onderraad.