Om toekomstscenario’s uit te werken stel je best een facilitator aan die deze denkoefening op zich neemt en zal organiseren. Deze facilitator is bijvoorbeeld iemand van de human resources afdeling en heeft een goede kennis van de structuur van de organisatie en de verschillende departementen en teams. De facilitator stelt een groep samen om de denkoefening te doen. Idealiter is deze groep gevarieerd zodat verschillende blikken kunnen reflecteren over de mogelijke toekomstscenario’s en de wenselijkheid ervan voor hen en voor de organisatie. Eens de groep is samengesteld, stellen wij dit traject voor - maar pas het gerust aan naar wens.
Stap 1: trends in kaart brengen
De facilitator vraagt de groep relevante trends te verzamelen. Dit gebeurt idealiter individueel en wordt besproken in een overleg met de gehele groep.
Om trends te verzamelen, laat je je inspireren door wat er leeft binnen jouw organisatie over de organisatie van het werk, de werkdruk, het welzijn op het werk en de impact van technologie op het werk. Kijk ook eens naar de thema’s waarop conferenties voor jouw sector focussen of naar artikels in de media die gaan over jouw sector en de arbeidsmarkt. Ook bij klanten of andere stakeholders kan je je oor te luisteren leggen. De trends kunnen technologisch zijn, maar gaan ook over de werk-privé balans, het bestuur van de organisatie of mentaal welzijn.
In het overleg met de groep worden de gevonden trends overlopen. Vervolgens kiest de groep vier trends die voor de organisatie het meest relevant, prikkelend of urgent zijn. De groep zal vervolgens de toekomst van de organisatie verder uitwerken volgens deze trends.
Enkele voorbeelden van technologische trends ter inspiratie:
- De sterke focus op de integratie van AI in arbeidsprocessen, gaande van generatieve AI-toepassingen zoals chatbots tot AI-gestuurde oplossingen zoals robots.
- Agentic AI waarbij AI-systemen zelfstandig actie kunnen ondernemen: je geeft bijvoorbeeld een agentic AI de toestemming om mails van klanten te analyseren en zelfstandig te beantwoorden.
- Meer wetgeving rond de ontwikkeling en het gebruik van AI-technologie (zoals de AI Act), die de komende jaren verder vorm zal krijgen.
- De brede inzetbaarheid van Generative AI: GenAI sluipt op allerlei manieren organisaties binnen.
- … Zie jij zelf nog andere trends?
Stap 2: acht tegenstellingen identificeren
Daarna vertaalt de groep de vier trends naar acht tegenstellingen. Die tegenstellingen helpen om toekomstscenario’s voor de organisatie uit te werken die duidelijk van elkaar verschillen.
Enkele voorbeelden van mogelijke tegenstellingen:
- AI-drijver tegenover AI-volger: zie je jouw organisatie meer als een drijvende kracht in het gebruik van AI of zie je jouw organisatie meer als een passiever type dat de AI-ontwikkelingen niet van dichtbij zal opvolgen de komende jaren.
- Gecontroleerde omgeving tegenover vrij gebruik: zie je het gebruik van AI binnen jouw organisatie meer in een gecontroleerde omgeving plaatsvinden zodat je een goed overzicht kan behouden van welke AI-systemen worden gebruikt en waarvoor, of zie je een meer vrij gebruik van AI-systemen in jouw organisatie waarbij er minder controle is en er vrij kan geëxperimenteerd worden met nieuwe AI-innovaties.
- Autonome AI tegenover ondersteunende AI: zie je de meerwaarde om AI te gebruiken in jouw organisatie vooral in het zelfstandig analyseren en uitvoeren van bepaalde taken en acties (zonder dat er een mens bij komt kijken) of vooral in de ondersteuning van werknemers bij het uitvoeren van bepaalde taken en acties.
- … Denk jij nog aan andere tegenstellingen?
Stap 3: vier toekomstscenario’s uitwerken
De facilitator stelt vervolgens vier groepen samen, die elk een scenario zullen uitwerken tegen een volgend overleg.
Iedere groep werkt een ander toekomstscenario uit door de positie op de vier assen met trends te bepalen. Ieder scenario kent dus een andere positionering op de vier assen met trends. Zo kunnen in principe 16 scenario’s worden uitgewerkt, maar beperk dit tot vier scenario’s. Dat is al een mooie basis voor deze reflectieoefening. Kies de positionering op de assen zo dat ze het meest uitdagend of interessant lijken.
Eventueel kan de facilitator een template voorzien voor iedere groep waarin de positionering op de vier assen wordt verduidelijkt en een eerste aanzet voor het scenario kan worden uitgeschreven.
In de sectie hieronder beschrijven we kort het scenario ‘Een toekomst die werkt voor participatie’ uit het eerder vermelde STT-rapport. Zo krijg je een beter idee van hoe je de vertaalslag kan maken naar jouw eigen organisatie en zelf een scenario kan uitwerken voor jouw specifieke context. De auteur koos voor het scenario acht tegenstellingen die zich situeren rond de aansturing van de arbeidsmarkt, de relatie tussen arbeid en bestaanszekerheid, de toegevoegde waarde van arbeid en de relatie tussen arbeid en technologie. In de afbeelding hieronder zie je de positionering op de vier assen voor dit scenario.