Survey: 51% wil een corona-app, maar onder strikte voorwaarden
08.04.2020
De huidige coronamaatregelen wegen zwaar door op onze samenleving, en de overheid zoekt naar exitstrategieën om het gewone leven weer op te starten. Eén van de pistes die ze daarbij verkent, is de introductie van apps die op verregaande wijze persoonlijke gegevens verwerken. Welke gegevens, en met welk doel, dat is daarbij nog te bepalen. Andere landen hebben al dergelijke stappen gezet en in bepaalde gevallen verplicht applicaties ingevoerd die corona bestrijden en sterk ingrijpen op het persoonlijke leven van burgers. Wat willen wij hier toelaten?
Methode
Het Kenniscentrum Data & Maatschappij lanceerde hierover een bevraging op maandag 6 april 2020. Het onderzoekscentrum imec-MICT-UGent was trekker van dit initiatief, met ondersteuning van onderzoeksgroep imec-SMIT-VUB. De antwoorden werden gedurende 24 uren verzameld. Het Kenniscentrum werkte voor de dataverzameling samen met Het Nieuwsblad. 1708 personen vulden de enquête in.
De respondenten kregen in de bevraging 3 scenario’s voorgelegd waarbij ze konden aangeven welke gegevens ze wilden delen en met welk doel. Een eerste scenario ging over een smartphone app die op basis van locatie (gsm en gps) en fysieke contacten (Bluetooth-signaal) inschat wat hun risico-status is. Een tweede scenario keek naar de mogelijkheid om triage te doen van patiënten in ziekenhuizen op basis van een risico-inschatting op basis van een vragenlijst. Een derde scenario keek naar hoe technologie (zoals ‘slimme’ camera’s en social media) kan worden ingeschakeld bij controle op het naleven van opgelegde coronamaatregelen.
Hieronder zijn een aantal eerste opvallende cijfers uit de enquête, een meer volledige analyse van de gegevens volgt later.
- 39% van de respondenten wil geen smartphone app installeren om corona te bestrijden. 10% weet het niet, en 51% wil wel zo’n app op de telefoon. Van die 51% is 88% (zeer) bezorgd over de huidige coronacrisis.
- De cijfers verschillen naargelang het doel waarvoor de app zou worden ingezet. Hoe verregaander de app ingrijpt op het persoonlijke leven, hoe meer weerstand er tegen de app is. Zo kan 54% procent zich niet vinden in een gebruik van de app om je de toegang te weigeren tot bv. een supermarkt of het openbare vervoer. Tegen minder ingrijpendere functies is minder weerstand: 26% is tegen een functie die de suggestie geeft om 14 dagen in quarantaine te blijven, en 19% wil geen functie die de verdere verspreiding van het virus voorspelt op basis van persoonlijke locatie- en contactgegevens.
- De coronacrisis maakt dat burgers wel meer bereid zijn om locatie- en contactgegevens te delen. Wanneer de respondenten kijken naar het leven na de coronacrisis, dan daalt hun bereidheid om die info te delen substantieel.
- Zo wil 51% van de respondenten zijn gps-locatie met de app delen tijdens de coronacrisis, maar na de coronacrisis daalt dat cijfer naar 34%.
- 28% van de respondenten wil gsm- of gps-gegevens niet delen tijdens de coronacrisis, na de coronacrisis stijgt dit getal naar 39%.
- Als we kijken naar de gsm-, gps- en Bluetooth-gegevens samen, dan zijn na de coronacrisis ongeveer 1 op 4 respondenten minder bereid om deze gegevens te delen. Dit is een groot aantal, aangezien respondenten die ook al tijdens de coronacrisis deze gegevens niet willen delen, hierin niet nog strenger kunnen worden na de crisis.
- Er is het minst weerstand tegen het gebruik van de gsm-locatie, die is dan ook minder precies. De meeste terughoudendheid is er tegen het gebruik van de gps-locatie.
- De mate waarin onze respondenten vertrouwen hebben in het delen van hun gegevens, verschilt naargelang die met de overheid of met een ziekenhuis worden gedeeld. Er is minder vertrouwen om gegevens te delen met de overheid, dan met het ziekenhuis: 50% heeft vertrouwen in het delen van zijn gegevens met de overheid, bij een ziekenhuis is dat 63%.
- Opvallend is de grote bezorgdheid van de respondenten over wat met deze gegevens zal gebeuren na de coronacrisis. 78% van de respondenten is van mening dat persoonlijke data gedeeld in het kader van de coronacrisis later in handen van andere organisaties of bedrijven zal komen, voor wie ze niet bestemd zijn. Ook vreest men dat de acties die nu worden gesteld de deur op een kier zetten voor toekomstige, ongewenste praktijken. 65% van de respondenten vreest dat huidige maatregelen in de toekomst tot ongewenste praktijken zal leiden, en 63% is bezorgd over de apps die mogelijk zullen volgen.
- We vergeleken de aanvaardbaarheid van de maatregelen voor een smartphone app ook met de mate waarin andere maatregelen van de coronacrisis worden aanvaard. Terwijl slechts 7% de maatregel van social distancing en 16% de maatregel om enkel essentiële verplaatsingen te maken, niet aanvaardbaar vinden, vindt 39% van de respondenten een smartphone-app niet aanvaardbaar in de bestrijding van corona. Ook automatische controle door de overheid op het nakomen van de maatregelen, is voor 42% van de respondenten niet aanvaardbaar.
Onderzoeker imec-MICT-UGent
Wat concluderen onze onderzoekers hier uit?
Marijn Martens (imec-MICT-UGent):
- Een app wordt door deze resultaten niet uitgesloten, het is wel duidelijk dat locatiegegevens en in het bijzonder de precieze gps-gegevens gevoelig liggen. Minder nauwkeurige gegevens, zoals een gsm-signaal, worden vaker als aanvaardbaar beschouwd. Voor appmakers zal het belangrijk zijn om duidelijk uit te leggen of deze wel of niet worden verzameld.
- Er zit een houdbaarheidsdatum op de huidige attitude ten opzichte van het delen van gegevens. Het is niet omdat respondenten nu geneigd zijn om bepaalde gegevens te delen, dat dit na de crisis ook nog het geval zal zijn. Dat zie je aan het feit dat ongeveer 25% aangeeft na de coronacrisis kritischer te zijn over het delen van gegevens.
- Het is belangrijk om de reden achter het verzamelen van bepaalde gegevens heel duidelijk aan te geven. Als het doel niet duidelijk is, willen ze de gegevens ook niet delen.
- De coronacrisis is geen vrijkaart. Bepaalde meer ingrijpende doelstellingen, zoals toegang tot bepaalde plaatsen weigeren, blijven uit den boze.
- De bezorgdheid over persoonlijke data blijft een heikel punt in dit hele verhaal. Veel mensen vrezen dat hun persoonlijke gegevens in verkeerde handen kunnen terechtkomen. Een grote groep vreest dat de overheid hier niet voldoende garanties in kan geven. Bij het ontwikkelen van dergelijke apps zal het dus belangrijk zijn om het vertrouwen te winnen en vooral ook waard te zijn.
Coördinator Kenniscentrum Data & Maatschappij
Rob Heyman (imec-SMIT-VUB):
- Privacy is nog niet dood: onze respondenten maken in veel gevallen een afweging en laten enkel het hoogstnodige toe.
- Onze respondenten zijn zich ervan bewust dat data in de toekomst voor meerdere doelen gebruikt kunnen worden, het gevaar op die zogenaamde ‘function creep’ leeft duidelijk. Het is zaak om voldoende regels te vragen die het gebruik van deze gegevens beperkt in tijd en ruimte.
- Indien er een app komt, is het best dat data op een ‘need-to-know’ basis wordt doorgegeven aan de meest relevante partijen. Respondenten gaven aan dat ze eerder met ziekenhuizen zouden delen dan de overheid. De bereidheid om gegevens te delen stijgt als er een directe reden is om ze in te zetten voor een doel dat de eigenaar van de persoonsgegevens aanbelangt.
- De grootste uitdaging is de regels voor de context van het gebruik van apps afspreken. Een duidelijke regelset helpt om misbruik meteen te identificeren als een vorm die we niet voordien hebben afgesproken. Een voorbeeld van zo'n regel kan zijn: een app die je een persoonlijke risico-inschatting geeft over de kans dat je corona hebt, mag niet gebruikt worden om iemand toegang te geven of af te nemen tot een supermarkt.
Vragen?
- Voor verdere vragen over de resultaten van de survey, contacteer Marijn Martens, Kenniscentrum Data & Maatschappij, imec-MICT-UGent, PhD Fellow (FWO).
- Voor vragen over verdere kadering van deze gegevens in de activiteiten van het Kenniscentrum en volgende stappen, contacteer Rob Heyman, Kenniscentrum Data & Maatschappij, imec-SMIT VUB, coördinator van het Kenniscentrum.
Disclaimer
Deze vragenlijst werd verspreid via Het Nieuwsblad. In het totaal vulden 1708 personen de vragenlijst volledig in. De gegevens werden gewogen op vlak van geslacht en leeftijd. Uit de socio-demografische gegevens van de respondenten, blijkt dat we met deze bevraging laaggeschoolde vrouwen onvoldoende hebben kunnen bereiken om te kunnen spreken van een representatieve steekproef voor Vlaanderen.