Blog

Wij lazen voor jou: ‘The Political Philosophy of AI'

13.12.2022

2022 was een interessant boekenjaar voor AI, ethiek en filosofie. Lode Lauwaert publiceerde eind vorig jaar ‘Wij, Robots’, waarin hij ingaat op drie diepgewortelde overtuigingen over ethiek en AI. Het boek kreeg dit jaar nog heel wat weerklank en won de Jaarprijs Wetenschapscommunicatie 2022. Een andere Belgische techniekfilosoof Mark Coeckelberg, professor Philosophy of Media and Technology aan de Universiteit van Wenen, publiceerde dit jaar twee boeken. AI Ethics, een introductieverhaal uit 2019 met filosofische discussies over AI en ethiek, werd dit jaar vertaald naar het Nederlands. In dit artikel bespreken we ‘The Political Philosophy of AI’, het andere boek dat Mark Coeckelberg dit jaar publiceerde.

Voor wie is dit boek en wat kan je er in lezen?

Dit boek biedt studenten, onderzoekers, professionals, bedrijfsleiders en beleidsmakers een schat van informatie die kan helpen bij het kaderen van politieke kwesties die vandaag door AI worden opgeworpen. Enkele vragen die het boek benadert:

  • Welke vrijheid heb je nog als individu in de moderne samenleving indien we daar gemanipuleerd worden door technologie van grote techbedrijven?
  • Geeft AI de opportuniteit om mensen mondiger te maken, of kan het ook mensen onderdrukken?
  • Moet bij de toepassing van AI de mens centraal staan, of moet er ook rekening gehouden worden met bijvoorbeeld dieren of natuur?

‘The Political Philosophy of AI’ toont aan hoe AI als technologie een inherent politieke aard heeft. De auteur doet dit door de impact van AI te beschrijven op verschillende maatschappelijke kwesties zoals vrijheid, rechtvaardigheid, discriminatie, macht en democratie. Politieke filosofie wordt hierbij ingezet als instrument om de verwevenheid te dissecteren.

Politieke filosofie wordt soms verschillend geïnterpreteerd, maar voor dit boek is een ruime definitie aangewezen. Het is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met een breed spectrum van thema’s zoals autoriteit, politiek en overheid of rechtvaardigheid. Discussies binnen het vakgebied gaan over vooronderstellingen van grote politieke systemen zoals democratie, kapitalisme of communisme; de rechten van een individu in een moderne samenleving of de verhoudingen van macht en leiderschap binnen een democratie. Politieke filosofie biedt dus een erg interessante lens aan om de uitdagingen die ontstaan door de implementatie van AI te bestuderen.

De hoofdboodschap van het boek stuurt aan op een niet-instrumenteel begrip van technologie. Technologie zoals AI is niet neutraal en is niet enkel een middel om een bepaald doel te bereiken, maar het kan ook het doel vormgeven. Het is daardoor ook erg politiek en kan zelfs de voorwaarden waaronder aan politiek gedaan wordt transformeren. Net als andere technologieën en media verandert AI niet alleen de wereld, maar ook hoe wij de wereld waarnemen en erover denken. Via de politiek-filosofische traditie worden ook de subtiele, onbedoelde veranderingen die technologie teweeg kan brengen duidelijk.

Vrijheid

Het eerste hoofdstuk bevat meteen een serieuze waarschuwing. De auteur laat zien wat bijvoorbeeld algoritmische besluitvorming, gedragssturing door technologie of het onder toezicht houden kan betekenen voor de autonomie van personen. Coeckelberg verbindt deze moderne toepassingen aan het concept van positieve en negatieve vrijheid van Isaiah Berlin. Door via AI besluitvorming en ‘het voor zichzelf denken’ te ontnemen van personen, neem je een vorm van vrijheid weg. Er worden geen restricties opgelegd en niemand wordt opgesloten, maar door mensen te behandelen als een niet-autonoom subject, behandel je ze in feite als kleine kinderen. De auteur ziet hierin een toenemend probleem voor de samenleving.

Iets minder geslaagd is het onderdeel van het hoofdstuk waarin automatisering en robotica verbonden wordt met de concepten exploitatie en onderwerping. De auteur maakt hier goede observaties, bijvoorbeeld door aan te geven dat het vervangen van werkkrachten door robotica tot meer ongelijkheid kan leiden. Het is een visie die al erg lang bestaat, maar het is recent reeds meermaals aangetoond dat dit idee te eenzijdig en ongenuanceerd is. Er duiken bijvoorbeeld steeds meer voorbeelden op hoe technologie werknemers kan versterken. Die voorbeelden ontkrachten de concepten van exploitatie en onderwerping.

Democratie

De manier waarop Coeckelberg de spanningsvelden op vlak van AI en democratie benadert is erg boeiend en actueel. Hij zet daarbij onder andere technocratische ideeën tegenover deliberatieve en participatieve democratische concepten en verbindt hieraan AI-aangedreven online populisme, waar ook informatiebubbels en echokamers een rol in spelen. Verder illustreert hij hoe AI totalitaire tendensen en omstandigheden in de samenleving kan ondersteunen. Hij verwijst hierbij naar een hele reeks interessante concepten en auteurs zoals Shoshana Zuboff en surveillance kapitalisme, Jürgen Habermas en deliberatieve democratie, Chantal Mouffe en radicale democratie en Hannah Arendt en eenzaamheid. Moderne concepties van democratie, zoals bijvoorbeeld bij Habermas, benadrukken het idee van dialoog tussen andersdenkenden, wat zou moeten resulteren in het best mogelijke compromis. Coeckelberg vraagt zich af of AI hiertoe kan bijdragen, of deze dialoog eerder overbodig maakt. Hij legt ook spanningsvelden bloot: AI kan burgers helpen te informeren, en zo voor een goed geïnformeerde besluitvorming zorgen, maar kan ook voor polarisatie en fragmentatie zorgen en het democratische ideaal verhinderen. Een erg boeiend discours dat vraagt om een uitgebreid verlengstuk.

Minpuntje daarbij is de overdrijving die hier en daar gebruikt wordt, bijvoorbeeld door surveillance kapitalisme naast de Holocaust te leggen. Een praktijk die bijvoorbeeld ook gehanteerd wordt door academici zoals Nick Couldry, die met ‘data colonialism’ (een term die ook in het boek opduikt) hedendaagse praktijken zoals het privatiseren van data vergelijkt met praktijken uit het kolonialisme.

Het boek zou bovendien ook sterker kunnen zijn als het bij de illustratie met praktijkvoorbeelden meer zou afwijken van platgereden paden. In het hoofdstuk rond AI en macht worden bijvoorbeeld vaak de online manipulatieve praktijken van extreemrechtse bewegingen gebruikt als illustratie. Die acties zijn een goed voorbeeld, maar we gaan ervan uit dat deze voorbeelden bekend zijn bij doelpubliek van dit boek. Het zou bijvoorbeeld interessanter zijn om aan te geven hoe politieke partijen met marxistisch gedachtengoed kapitalistische instrumenten van big tech-bedrijven gebruiken en deze dus ook financieren om burgers te kunnen beïnvloeden.

Wat met niet-mensen?

Ook het laatste hoofdstuk is intrigerend en relevant. Het beschrijft hoe we rekening kunnen houden met ‘niet-mensen’ als we nadenken over de politieke gevolgen van ontwikkelingen op het gebied van AI. Dit heeft niet alleen te maken met dieren en planten, maar ook met hele ecosystemen of kunstmatige levensvormen. Het hoofdstuk werpt interessante vragen op zoals of robots in de nabije toekomst kans moeten maken op staatsburgerschap of wat we moeten doen met superintelligentie die menselijke intelligentie overstijgt.

The Political Philosophy of AI toont op een erg pertinente wijze aan hoe AI als technologie een stempel drukt op de maatschappij en politiek en hoe dit raakt aan hedendaagse maatschappelijke problemen zoals klimaatverandering, innovatie en achteroplopende regulering, autoritaire regimes of ongelijkheid. Het boek voorziet niet in diepgaande analyses, maar is eerder inleidend en is een goede gids voor verdere literatuur. Het toont ook de nood aan van een breed maatschappelijk debat. Mark Coeckelberg presenteert op een fascinerende manier dat politieke filosofie kan helpen om dit debat op gang te brengen.

Meer info over ‘The Political Philosophy of AI vind je hier. *Het boek kan best besteld worden bij een Europese distributeur om importtaksen te vermijden.


Illustraties door unDraw