Werken met AI-hulpmiddelen vraagt nieuwe vaardigheden en competenties, zoals een goede inschatting van wat een AI-systeem kan, en daar doelgericht naar handelen. Dit gaat ook vaak gepaard met een aanpassing van werkprocessen.
Voorbeelden:
- Wie ChatGPT doeltreffend wil gebruiken, moet goed leren prompten.
- Werken met digitale werkinstructies en gelijkaardig, vraagt werknemers om flexibiliteit en een nieuwe manier van werken.
Algemeen gesproken is voor een kritisch en bewust gebruik vaak een zeker inzicht in de algoritmische logica en de verzamelde gegevens nodig, om de aanbevelingen of conclusies van AI-technologie correct naar waarde kunnen inschatten. Wie al sterke digitale vaardigheden heeft, zal dit snel onder de knie hebben, anderen kost dit vast meer moeite.
Vooringenomenheid (bias), filter bubbles en echo kamers, fake news zijn niet uniek aan AI, maar komen mogelijk wel op grotere schaal voor. Om die reden vraagt AI-technologie om sterkere kritische reflectie en ‘(morele) mondigheid’, waarbij gebruikers kritisch moeten kunnen reflecteren over conclusies, aanbevelingen of beslissingen van systemen. Ze moeten kunnen aangeven wanneer deze incorrect lijken en er tegenin kunnen en durven gaan.