Data-Date

Verslag Data-Date ‘ChatGPT is een blijver: ook in jouw klas?’

02.03.2023

Met de opkomst van ChatGPT staat artificiële intelligentie in het onderwijs eensklaps in het centrum van de aandacht. Het gemak waarmee de applicatie steekhoudende teksten produceert zorgt voor ongerustheid bij leerkrachten. Wat betekent dit voor onder meer de taalvaardigheid, het kritisch vermogen en de lesaanpak die leerkrachten moeten hanteren?

Het Kenniscentrum Data & Maatschappij zette op dinsdag 28 februari 2023 samen met VAIA, het Kenniscentrum Digisprong, het Postuniversitair Centrum Kulak en de Eekhout Academy een debat op touw om op zoek te gaan naar antwoorden. Dit is het verslag van het prikkelende gesprek.

De volgende stemmen schoven mee aan tafel: Deevid De Meyer (oprichter ‘Brainjar’), Robbe Wulgaert (leerkracht, o.a. Sint-Lievenscollege Gent), Tim Van de Cruys (hoofddocent computertaalkunde, KU Leuven), Mauro Michielsen (scholier, voorzitter Vlaamse scholierenkoepel), Gabriël Leka (scholier, Vlaamse scholierenkoepel) en Dirk Decock (leerkracht, Atheneum Hoboken).

De tekst hieronder is een beknopte samenvatting van de Data-Date. Wil je de volledige presentaties en het hele debat horen? Bekijk dan de video.

Waar komt ChatGPT vandaan?

We kunnen niet praten over ChatGPT zonder goed te begrijpen waar het over gaat. Deevid De Meyer licht bij de start van het debat toe hoe moeilijk taal in regels te vatten is, ook al gebruiken we taal dagelijks. Vijf doorbraken zorgden ervoor dat een toepassing als ChatGPT kon ontstaan. Eliza was een van de eerste, nog erg rudimentaire, chatbots die helemaal geprogrammeerd is in geprogrammeerde regels. Het duurde evenwel nog lang voor op dit vlak een volgende stap kon worden gezet.

Die volgende stap kwam er met machine learning, op dat moment kon een computer zelf regels en logica achterhalen in taal. Het taalmodel ‘BERT’ ging weer een stapje verder, hier werd een systeem getraind door het telkens opnieuw het ontbrekende woord te laten voorspellen. GPT-X gaat nog verder en kan teksten schrijven, en elke generatie van deze systemen kan dat telkens op grotere schaal. ‘Reinforcement learning’ heeft er ten slotte voor gezorgd dat de kwaliteit verder verbeterde doordat mensen feedback gaven op de kwaliteit van de teksten en het taalmodel zo verder verbeterden. Een lange aanloop dus die ons nu tot ChatGPT bracht.

(De presentatie van Deevid De Meyer kan je onderaan deze webpagina downloaden.)

ChatGPT in de klas

Robbe Wulgaert is er als leerkracht van overtuigd dat je best kan nadenken hoe je technologie zoals ChatGPT kan inzetten in de klas. Dergelijke technologie verbieden of enkel nog schrijftaken in de klas geven, zijn in zijn ogen geen valabele opties. Hij geeft enkele concrete voorbeelden van hoe je ChatGPT op een zinvolle manier kan gebruiken, volgens wat hij de KOFFIE-aanpak noemt (Klaar en duidelijk, Omschrijf, Focus, Finetunen, Itereer, Evalueer). Zo geeft hij het voorbeeld hoe leerlingen samen met ChatGPT een Dungeons & Dragons verhaal kunnen schrijven, dat je nadien dan verder analyseert (bv. door te bekijken waar het verhaal niet langer steek houdt en de mist in gaat).

(De presentatie van Robbe Wulgaert kan je onderaan deze webpagina downloaden.)

Na deze sprekers kregen de deelnemers aan het debat (en de aanwezigen online) de kans om te reageren op een aantal stellingen over ChatGPT.

Stelling 1: “Door de komst van ChatGPT morgen alle schrijftaken de vuilbak in.”

(4 % akkoord – 96% niet akkoord)

Met deze stelling waren de meesten het oneens. Schrijftaken blijven belangrijk, je zal als leerkracht wel vaker duidelijk moeten maken waarom een schrijftaak nodig is en wat het belang ervan is. Mauro Michielsen beargumenteerde dat ook de veel scholieren goed willen kunnen schrijven en inzien dat dit een belangrijke vaardigheid is.

Toch was er ook minder optimisme, want hoe lang zal het duren tot taaltechnologie op basis van enkele feiten een zeer consistente tekst kan produceren? Wordt het verschil tussen een handgeschreven en machinegeschreven tekst binnenkort echt onzichtbaar? En als je leerlingen enkel deze teksten laat evalueren en erop verder laat bouwen, volstaat dat dan wel om echte schrijfvaardigheid te ontwikkelen?

Het probleem is niet helemaal nieuw: online plekken zoals Wikipedia en scholieren.nl zijn al lang gekende bronnen voor leerlingen en dagen de manier van werken van leerkrachten al jaren uit. De tool zal onvermijdelijk een aanpassing vragen van leerkrachten, waarbij ChatGPT ingezet wordt als (extra) inspiratie- en informatiebron.

Stelling 2: “ChatGPT en andere taaltechnologie maken ons dommer en minder creatief.”

(‘Akkoord’: 46% - ‘Niet akkoord’: 54%)

Hier ligt de crux volgens het panel in hoe je de tool inzet: je kan ChatGPT op een domme, niet-creatieve manier gebruiken. Of je gebruikt de tool op een manier waarmee je teksten verbetert. ChatGPT is op zich niet creatief: alles wat eruit komt, is een gevolg van de ‘prompts’ die een gebruiker invoert. Maar het kan de creativiteit wel stimuleren als een inspiratiebron.

Toch is het niet uitgesloten dat we op termijn een verlies van schrijfvaardigheid zullen optekenen. Vraag is in welke mate dat ook effectief een probleem vormt. Vroeger was het essentieel dat elke mens vuur kon maken, maar hoeveel mensen kunnen dat vandaag nog? Gaat het met schrijven dezelfde kant op?

Stelling 3: “ChatGPT en andere taaltechnologie zijn de grote gelijkmaker. Nu kan iedereen goed schrijven.”

(‘Akkoord’: 13% - ‘Niet akkoord’: 87%)

Volgens het panel is technologie een tweesnijdend zwaard. Een toepassing als ChatGPT kan leerlingen met taalachterstand bijvoorbeeld helpen. Tegelijk doet iemand die het model goed kent, er toch het meeste voordeel bij. Niet iedereen heeft gelijke toegang tot de digitale wereld of kan er evengoed mee overweg. En wat als ChatGPT, of een verbeterde versie, betalend wordt? Krijgen we dan niet net meer ongelijkheid?

De modellen bevatten zelf ook een ongelijkheid, ze hebben een ‘bias’. Zo worden ‘onderzoekers’ vaker als mannen ingeschat en ‘verpleegkundigen’ als vrouwen. We weten niet hoe de modellen getraind zijn. De bias zal hardnekkig zijn omdat de data die gebruikt is om de systemen te trainen, ongelijkheden bevatten die er ook in de samenleving zijn. Maar datakwaliteit zal in de toekomst een steeds groter aandachtspunt worden, ook bias zal verminderen.

Stelling 4: “Wie is er creatief? ChatGPT, de mensen die de vragen stellen of de mensen die de teksten schreven die ChatGPT gebruikt om van te leren?"

(‘ChatGPT’: 3% - ‘De mensen die de vragen stellen’: 54% - ‘De mensen die de teksten schreven waar ChatGPT van geleerd heeft’: 42%)

Creativiteit is volgens het panel een veelkoppig beest. Je hebt veel vormen van creativiteit. Louter patronen volgen en associëren kan een AI-model aan, maar iets volledig nieuws en revolutionairs kan een AI-systeem vermoedelijk niet bedenken. De grootste waarde zit op dit moment in cocreatie: gebruik generatieve AI zoals ChatGPT als inspiratiebron.

Stelling 5: “Wat moeten we nu het eerst doen rond ChatGPT in het onderwijs?”

(Top 3 antwoorden: 1) Alle concrete ideeën voor gebruik per vak samenbrengen op een website; 2) Studenten met de technologie leren omgaan zonder dat ze ervan afhankelijk worden; 3) De kritische kijk van leerlingen aanwakkeren: a fool with a tool is still a fool. Enkele andere antwoorden: een beleid opstellen en een afsprakenkader ontwikkelen, een programma ontwikkelen dat op plagiaat kan controleren, nog meer nadenken over het doel en de aanpak van opdrachten, gebruik verkennen in het kader van leerstoornissen, leerkrachten bijscholen.)

Het panel is het erover eens dat we de technologie moeten omarmen maar ook de beperkingen heel duidelijk maken. Daarvoor zal het informeren van leerkrachten essentieel zijn. De technologie blijft veranderen, dus up-to-date blijven is onontbeerlijk.

Daarbij aansluitend is een goed beleid en afsprakenkader op school nodig. Bij de ontwikkeling daarvan moeten ook de scholieren zelf betrokken zijn. Er moet grondig nagedacht worden over een goed gebruik op school, op welke manier de inzet in lessen en taken toegestaan is.

... ondertussen in de chat

Tijdens het panelgesprek debatteerden ook de luisteraars hevig in de chat. Er werden heel wat referenties en tips gedeeld. Een selectie daarvan lijsten we hieronder op: